Tyrrell P34 Six wheeler.De Tyrrell P34 is de enige Formule 1-auto met zes wielen die heeft geracet. De auto was actief in het seizoen 1976 en 1977.

De auto was een idee van raceauto-ontwerper Derek Gardner. Toen hij werkte aan Lotus- en Matra-Formule 1-auto's met vierwielaandrijving, merkte hij dat de balans van de auto niet goed was. Toen hij chef ontwerper werd bij Tyrrell, zocht Ken Tyrrell een manier om de auto winnend te maken, aangezien een groot aantal van de auto's in de Formule 1 in die tijd de Cosworth DFV-motoren gebruikte, zo ook Tyrrell. Toen kwam Gardner met het idee van twee voorwielen.
Het eerste prototype was een verbouwde 007, maar de tests waren positief voor de auto, al waren er problemen met de voorwielen, die sneller sleten omdat ze kleiner waren en dus meer moesten draaien. Uiteindelijk reed de auto met Patrick Depailler zijn eerste race bij de Grand Prix van Spanje, er werd in de kwalificatie een derde plaats gehaald, waar Jody Scheckter slechts 14e werd met de oude 007 waarmee de eerste races van het seizoen nog werden gereden.
Seizoen 1976 was een goed seizoen voor Tyrrell. Er werd een derde plaats in de constructeurskampioenschap gehaald en een een-twee-overwinning bij de Grand Prix van Zweden. Tussen seizoen 1976 en 1977 werd de auto verder verbeterd, hij werd getest in een windtunnel om de aerodynamica te verbeteren. Verder kreeg de auto elektronische instrumenten en de auto verzamelde data die met een computer bestudeerd konden worden, revolutionair voor die tijd. Voor seizoen 1977 kwam Ronnie Peterson in de plaats van Jody Scheckter, die naar Wolf vertrok.
In seizoen 1977 had het team moeite om bij te blijven met de rest van het veld. Een tweede plaats in Canada was het beste resultaat dat jaar, maar de auto viel vaker uit dan hij de finish haalde. Dit was mede te wijten aan Goodyear dat zich bezighield met gewone banden in plaats van de kleine banden van de Tyrell. Er werd dat seizoen een vijfde plaats gehaald in het constructeurskampioenschap. 1977 was dan ook het laatste seizoen voor de auto. De opvolger, de Tyrrell 008 had gewoon 4 wielen.
De Tyrrell had wel zijn sporen nagelaten. Ook Williams en Scuderia Ferrari maakten prototypes met zes wielen, maar die zouden nooit het circuit halen.
Den Doos,Een grote doos met heel veel plastic,







Metalen onderdeeltjes, schroevjes, boutjes, veertjes, rubber banden, div soorten decals en natuurlijk een handleiding. Toevoeging van Tamiya voor deze heruitgaven is een grote plaat pe.
De bouw I, “de start”Eerst een proefje gedaan met de rattle can Metal cote van Humbrol. Deze geeft een hele mooie fijne aluminium kleur en door het op te poetsen ook een mooie glans. Hier een linkje:
https://www.humbrol.com/uk-en/shop/spra ... prays.html Echt mooi spul. Na de test begonnen om alle onderdelen van de eerste drie stappen van een laagje polished aluminium en de volgende dag stevig gepoest tot een mooie even glans. En vervolgens alle andere onderdeeltjes erbij en klaar. Tot slot nog wat extra draadjes aangebracht zodat het iets meer tot leven komt. Gezien het echte ding uit 1976 komt is er op het web zeer weinig foto's te vinden met veel detail. Elke foto die ik wel heb kunnen vinden zijn van verschillende auto's. Deze werden toen en nu nog per race veranderd met verbeteringen ed. Dus het is niet helemaal historisch correct maar het ziet er, in mijn ogen, wel iet wat realistisch uit.
De Bouw II. “voorwielen”Het chroom van de kit is veel te veel glans en komt niet echt realistisch over op een 1/12 model. Dus de spreu in een zakje en vol spuiten met ovenreiniger. Een nachtje laten weken en tada... chroom weg. Met een chroom kleurtje van Humbrol uit een busje weer een laagje chroom op de spreu.


Ondertussen de voorwiel ophanging aan het chassis gemonteerd en de gele kabeltjes vastgezet een de remklauwen zoals het er in het echt ook uitziet. Daarna het stuur gemonteerd en een tijdje gestoeid om het allemaal mooi beweegbaar te maken. Het grootste probleem is dat bij de wielen een airduct zit om de remschijfen te koelen. Deze zijn door Tamiya geleverd als een soort veer, daardoor is het stuurbaar maken van het geheel een onmogelijke opgave wordt. Met de hand kun je de wielen wel draaien en dan gaat het stuur gewoon meedraaien. De wielen laten draaien door aan het stuur te draaien is door de fragile onderdeeltjes van de stuurstang ed niet mogelijk. Daar komt zoveel kracht op te staan dat ik bang ben dat de stuurstang breekt. Helaas werkt het niet zoals zou moeten daar in tegen werkt de vering wel. Nu wordt het niet echt een model waar je mee door de kamer gaat rijden, dus laat ik het maar zo. De stuurkolom voorzien van diverse kabeltjes en extra lichtjes op het dashboard zodat het er allemaal iets echter uitziet. Verder nog de rollbar gemonteerd en andere onderdeeltjes.



De Bouw III. “The marriage”Eerst de evolutie van de motor Eigenlijk volgens de bouwbeschrijving gebouwd zonder toevoegingen. Volgens Tamiya moest het hele blok in de aluminium. Dat vondt ik een beetje te simpel. Aan een echte F1 motor wordt constant gesleuteld en onderdelen vervangen, dus kan het nooit allemaal dezelfde kleur zijn. Beetje nagedacht wat er allemaal op een normale motor zit, zoals brandstofpompen, filters en andere dingen. Alles van een net iets ander kleurtje te geven lijkt het echter. Daarnaast nog even de doos van overgebleven decals gedoken om daar wat decals uit te zoeken die het geheel wat opvrolijken. Ook de binnenkant van de luchtinlaten heb ik voorzien van een kleurtje. (Clear orange X-26) Op foto's nog gevonden dat de zwarte kleppendeksels niet echt zwart zijn maar meer antraciet. Op deze manier krijg je een beter verschil tussen de deksels en de rubberen afdichting van de bougies. De uitlaten moesten X-18 worden, zijdeglans zwart,. wederom op foto's blijkt dat toch meer een grijsmetalic is. Beetje mengen van grijs en gun metal. Alvast wat begonnen met de benodigde kabels en leidingen, er moeten er nog meer opkomen als de radiators erop zitten.
Dan het heugelijke feit de the marriage! Had mijn twijfels of dit allemaal wel goed zou gaan, gezien er in een stap de motor en met een draaibeweging op het chassis gezet moest worden en dan pinnetjes in gaatjes terecht moesten komen en dan nog de stangen van de achterwielophanging op zijn plaats "klikken". Al met al eerst maar eens een dry fit. Nou dat lukte zeer goed en die blijkt zo goed en strak en stevig te zitten dat ik het maar zo laat. Lees - zonder lijm. En dan denk je dat kan niet goed zijn. Nou wel dus!. Ik kan de auto gewoon oppakken via de motor, echt stevig en gezien de constructie van Tamiya kan het blok ook nergens naar toe. Al met al ben ik er zeer tevreden mee.






De Bouw IV. “Radiatoren en slangen”Wederom een aflevering van de bouw van de Tyrell. Na 'the marriage' nu de verdere afbouw van de motor. Eerst begonnen met de diverse slangen voor de motorolie koeling. Daarna de slangen voor de versnelingsbakolie. Mooi dat Tamiya een volledig schema laat zien waar de slangen allemaal aangesloten moeten worden maar op het model zijn sommige plekken heel moeilijk te bereiken en de route die ze moeten lopen moet je ook maar zelf uitzoeken. Het was beter geweest om eerder sommige slangen aan te brengen in eerdere stappen. De radiators moesten van Tamiya een extra PE grill krijgen maar dat vondt ik afbreuk doen aan de fijne details die in het plastic zitten. Dus weggelaten en de radiators matt zwart geschilderd en met een dry brush de details met donker grijs naar voren gehaald. De zijkanten van de radiators met glans zwart geschilderd. Alles moest van Tamiya zijdemat incluis de slangen/buizen tussen de motor en de radiators. Op foto's is duidelijk te zien dat ze grijs zijn, aangepast! Alle aansluitingen van de slangen mooi silver geschilderd en daarna met clear red en blue een metalic achtige look te geven zoals in het eggie. Al met al een klote werk maar het eindresultaat mag er zijn, ik vindt het mooi vol met kabels en slangen. Het enige wat ik aan het blok toegevoegd heb is wat gele kabels voor de remvloeistof naar de remschijven. Alles draait en veerd zoals het hoort.





Reimer